22-12-2014

Over De verloren brief aan Thomas Mann van Maxim Biller

Het gerucht gaat dat de Poolse schrijver Bruno Schulz eind jaren dertig een brief heeft geschreven aan Thomas Mann. De vertwijfelde Schulz droomde er van om uitgegeven en gelezen te worden. Misschien dat zijn beroemde Duitse collega kon bemiddelen. De brief is nooit gevonden. Niet in het archief van Mann, niet in dat van Schulz...
In De verloren brief aan Thomas Mann doet de Duitse auteur een poging deze brief te herschrijven. Geheel in de stijl van Bruno Schulz - de novelle is overigens geïllustreerd met diens tekeningen - neemt


In het najaar van 1938 arriveert in het Poolse stadje Drohobycz een mysterieuze dubbelganger van Thomas Mann. Een inwoner van het stadje, de Joodse schrijver Bruno Schulz, schrijft een paar dagen later een brief aan de echte Thomas Mann en vraagt hem om een onmogelijke gunst.

Geïnspireerd door de Oost-Europese traditie van Michail Boelgakov en Isaac Bashevis Singer, neemt Maxim Biller ons mee op reis naar het Poolse stadje Drohobycz in 1938, naar de wereld van de schrijver Bruno Schulz. Schulz verdient een schamel salaris met tekenles en droomt ervan als schrijver eindelijk gedrukt en gelezen te worden. In zijn vertwijfeling neemt hij plaats achter het bureau van zijn vader en schrijft een brief aan Thomas Mann.

Maxim Biller heeft deze brief herschreven op ‘wereldniveau’, zo schreef de Duitse pers. Wereldniveau, omdat Biller in meesterlijk proza Schulz’ voorgevoel van de Holocaust en van zijn eigen tragisch einde verwoordt. Schulz is een bange man. Gedreven door angsten, fantasieën en obsessies, verzint hij een bizar voorwendsel om zijn brief te schrijven.

Hij waarschuwt de Nobellaureaat voor een rare dubbelganger, die in een rood Perzisch jasje, met een snor van schoenpoets, rouge op zijn wangen en een sterke lichaamsgeur, in de smalle straatjes van Drohobycz voor ophef zorgt en bovendien beweert Thomas Mann tezijn. In het plaatselijke hotel logeert deze gek in een speciaal voor hem ingerichte badkamer zonder badkuip, wastafel of wc, maar met een paar enorme douchekoppen in het betonnen plafond. Schulz’ brief wordt meer en meer een apocalyptisch visioen van het naderende onheil. De Nobellaureaat heeft er nooit op geantwoord, de brief is misschien nooit aangekomen. Het is een mythe geworden.

19-12-2014

Over Johann Holtrop van Rainald Goetz


Rainald Goetz

Op Johann Holtrop was ik al voorbereid. Ruim voordat de vertaling van deze roman het licht zag, verscheen bij uitgeverij Leesmagazijn al een interview met auteur Rainald Goetz door Ijoma Mangold & Moritz von Uslar (inderdaad de man van Deutschboden): Woede en Energie. Dat lezen zorgde al voor een verwarrende ervaring.

Thomas Middelhoff in de rechtszaal

Dat hij Holtrop modelleerde naar de Duitse corporate manager Thomas Middelhoff geeft hij ronduit toe. Toch reageert hij ontkennend als ze hem confronteren met de kritiek dat hij minachting voor de hoofdpersoon en de mensheid zou hebben:

'Ja, maar dat vind ik volslagen onzin....En wanneer je van nature extreem anders bent dan dit Holtrop-boek, omdat je op de een of andere manier voortdurend kronkelt als een slijmbal, tacticus, apparatsjik. Wanneer je dat zo openlijk voorgeschoteld krijgt in deze roman, ontstaat er een zekere aversie bij de criticus en komen er hatelijke recensies naar boeven: goed.'

Ik geloof dat Goetz de waarheid spreekt. Daarvoor hoef je alleen maar het boek te lezen. En het einde - ik zal het niet verklappen - straalt op een bepaalde manier toch nog een soort hoop uit.

Johann Holtrop... Wat een roman. Niet eerder zag ik ons kapitalistisch systeem zo van binnenuit beschreven. De pogingen van CEO Holtrop om zichzelf te handhaven in de hogere echelons van het bedrijfsleven doen nog het meest denken aan een doodsstrijd.

Je bent geneigd het een rotboek te noemen omdat het stuk voor stuk ellendige mensen beschrijft die zich proberen overeind te houden in een wereld waarmee ze totaal geen binding meer hebben. Ik moest denken aan een gedicht van Gerard Reve:

Literatuur

Gevraagd naar zijn opinie over het jongste prachtboek 'De avonden'
zeide eens de oude schrijver Nescio:
'Dat boek? Dat is geen boek: dat is een onboek.!
'Toch pakt het je wel aan, Pappie,' wierp zijn vrouw hem tegen.
'Dat is zo,' gaf hij toe. 'Net als de cholera.'

Maar Rainald Goetz gaat nog een stap verder dan Reve in De avonden: Johann Holtrop doet niet denken aan aan een verschrikkelijke ziekte, het beschrijft zo'n ziekte, is zelf zo'n ziekte geworden. Het is niet altijd een onverdeeld genoegen deze roman te lezen maar dat neemt niet weg dat het een zeer noodzakelijk boek is dat iedereen zou moeten lezen.
Is het toeval dat ongeveer gelijktijdig met de verschijning van de vertaling het Landgericht Essen Thomas Middelhoff veroordeelde tot een gevangenisstraf van drie jaar wegens belastingontduiking en oplichting? Hij werd na afloop van de rechtszaak onmiddellijk in de boeien geslagen omdat de rechters van oordeel waren dat hij vluchtgevaarlijk was.






18-12-2014

EN WEER ZAT ER EEN PAUL NEWMAN IN DE KEUKEN

Soms gebeurt het. Je pakt een boek, begint te lezen en legt het pas weg als je het uit hebt. En weer zat er een Paul Newman in de keuken van Rijk de Jong is zo’n boek.
Er gebeurt van alles in deze ongewone roman van de schrijver die hiervoor vier romans onder het pseudoniem Aristide von Bienefeldt publiceerde. Teveel om op te noemen. Het ouderlijk huis op Rozenburg, waar hij samen met zijn 85-jarige moeder woont, dreigt gesloopt te worden om plaats te maken voor de Blankenburgtunnel. Dan is er nog een demente tante die 2400 euro betaald heeft voor een paar orthopedische schoenen terwijl ze al tijden niet meer kan lopen. Ondertussen maken we ook nog kennis met zijn psychotisch Finse facebookvriendin Leena die stelend door Europa trekt. Inderdaad erg veel en tegelijkertijd te weinig.

foto © Alice Wolfs

Eigenlijk maakt het niet zoveel uit waarover De Jong schrijft. Zelfs als hij het over drie flessen wijn heeft die hij in de berm van de weg vindt, hang je aan zijn lippen. Alles wordt met evenveel oog voor detail beschreven. Tegelijkertijd weet hij aan zijn avonturen iets terloops mee te geven. En – niet onbelangrijk - terwijl zijn stof er alle aanleiding toe geeft: De Jong wordt nooit larmoyant.
En weer zat er een Paul Newman in de keuken is een boek van een auteur die zijn definitieve vorm lijkt gevonden te hebben. Maar misschien is dat onzin en weet hij ons met een volgend boek op volkomen andere wijze te verassen.
Naarmate de roman vordert krijgen we een steeds nauwkeuriger beeld van de ik-figuur die net als de auteur Rijk heet. En die ook, zo blijkt uit de tekst, grotendeels samenvalt met de auteur. Maar tegelijkertijd krijgen we al naar gelang het boek vordert steeds minder grip op hem. Zijn vriend Kazou formuleert het zo:

Von Bienefeldt is en was en zal, vrees ik, altijd zijn: ongrijpbaar. Niet allleen voor de buitenwereld, maar ook voor de binnenwereld. Deze chronische chroniquer ontsnapt aan elke definitie…

De Jong, die zoals gezegd zich jarenlang bediende van het pseudoniem Aristide von Bienefeldt, slaagt waar vele anderen gedoemd zijn te mislukken: hij transformeert zijn leven tot literatuur. Dan heb je geen schuilnaam meer nodig.
Die Aristide von Bienefeldt heb ik trouwens nog gekend. Jaren geleden stonden we eens met elkaar te praten op het boekenbal. Terwijl een paar meter van ons vandaan de oude dichter Simon V. een joint aan het draaien was, ontwaarde hij in de verte een schrijfster die vooral bekend was geworden door haar jarenlang verblijf in Rome. ‘Een lieve vrouw,’ zei Aristide, ‘ik heb haar vorig jaar tijdens het boekenbal nog opgeraapt.’ Toen ze vlakbij was maakte hij een elegante buiging en wilde haar begroeten. Het leek niet tot haar door te dringen. Zonder ons een blik waardig te keuren, liep ze voorbij. Dat maakte zijn verhaal op dat moment twijfelachtig. Nu ik En weer zat er een Paul Newman in de keuken gelezen heb, begrijp ik dat hij destijds de waarheid heeft gesproken. Hij moet haar inderdaad hebben opgeraapt en was zo decent de rest voor me te verzwijgen.