Een bruid toont ons de wereld door de ogen van een kind, een boos kind dat niet dichterbij durft te komen. En juist die afstand maakt het drama zo schrijnend. Maakt ons tot voyeurs en daardoor het drama zowel briljant als tenenkrommend! Een bruid is een invuloefening. Aan de acteurs hoe dat te doen. Alles is mogelijk: van kleurpotlood tot etsnaald.
De ingrediënten: vader en moeder Pattini, hun dochter en hun zoon. Een tot de marginaliteit vervallen gezin. En dan is er nog nicht Hilda. Zij is de buitenwereld, op haar vestigen de ouders alle hoop. Misschien dat ze haar kunnen koppelen aan de zoon. Dat zou een zorg minder zijn. Maar de band tussen broer en zus is erg hecht, op het incestueuze af.
Els Dottermans, die de moeder speelt, kan veel, zo niet alles, maar is gelukkig geen virtuoos. Virtuozen blijven steken in hun techniek. Nee, Dottermans is de rol die ze speelt. Dat het haar moeite of inspanning kost, zie je niet. Met dat soort futiliteiten valt ze haar publiek niet lastig. Yves Desmet noemde deze voorstelling in De Morgen ‘de grote Els Dottermans-show’. Hij voegde eraan toe dat het niet denigrerend bedoeld was, maar toch. Zo’n opmerking suggereert dat het Dottermans vooral om Dottermans te doen is. Maar Dottermans heb ik nauwelijks gezien in deze voorstelling. Wel Madeleine Pattini.
Terwijl in de verte het gekras van de etsnaald klinkt en iedereen zich letterlijk meer en meer blootgeeft, verschanst de getergde moeder zich in haar pelsjas en wordt ze naakter en naakter. Haar geschreeuw, gekrijs verstomt langzaam. Wat een onbeschrijfelijk verdriet wordt daar zichtbaar. Daar staat niet langer een mens. Daar staat een weerloos dier, naakt en stamelend. Oorverdovend stamelend. De pels is haar vacht geworden. Er is niet meer nodig dan een nauwelijks zichtbaar trekken van haar mond om het publiek doodstil te krijgen.
En Claus keek toe. Een foto van hem stond op de vloer tegen de achterwand, half verscholen achter lege schilderijlijsten. Met die donkere bril zag hij eruit als een personage uit een stuk van Samuel Beckett. Was hij het niet die zei: ‘Try, fail! Try again, fail better?’ Want dat is acteren: proberen, falen ... elke avond opnieuw ... beter en beter.
geschreven voor REKTO:VERSO, Nr. 47 / mei - juni 2011 / Dossier: Ambacht
foto: © Phile Deprez
12-05-2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten