Natuurlijk was alles tot in de
puntjes geregeld die avond in mei. Een pyrotechnisch bedrijf was door de
organisatie belast met de voorbereidingen. Niets was aan het toeval
overgelaten. Nou ja, niets… toen het rond 21.30 uur begon te regenen, brak er
onder de ceremoniemeesters van het vuur toch lichte paniek uit. Alles werd op
alles gezet om het vuur brandende te houden zolang de boeken die verbrand
zouden worden nog niet aanwezig waren.
Vele duizenden waren die avond naar
de Opernplatz in Berlijn gekomen. Ondanks de regen. Al wekenlang hadden de
kranten over de op handen zijnde gebeurtenis bericht. Eerst nog in vage termen.
Men sprak over een op handen zijnde “Gesamtaktion”.
Over de inhoud werd nog weinig prijsgegeven.
Pas op 14 april werd duidelijk wat
de actie concreet inhield: ‘Openbare
verbranding van ontwrichtende, Joodse literatuur door de
studentengemeenschappen van de universiteiten, naar aanleiding van de
schaamteloze lastercampagne door het wereldjodendom tegen Duitsland.’
Het initiatief tot de actie kwam
van het Hauptamt für Presse uns
Propaganda van de Duitse studentengemeenschappen en niet van minister van
propaganda Joseph Goebbels zoals ook wel eens gesuggereerd is.
Op de Duitse universiteiten heerste
al tijdens de Republiek van Weimar een uitgesproken reactionaire en
nationalistische stemming. Vanaf 1931 werd de studentengemeenschappen geleid
door een vertegenwoordiger van de Nationaalsocialistische Duitse Studentenbond,
de NSDStB.
Dat zij een trouw instrument van de
antisemitische propagandamachine van de nazi’s waren, blijkt uit de zogenaamde
“12 stellingen tegen de on-Duitse geest” die zij half april 1933 naar buiten
brachten. In stelling 5 lezen we: ‘Als de jood Duits schrijft, dan liegt
hij’. Want joden zijn vreemdelingen.
Daarom wordt van de censuur geëist dat joodse publicaties alleen in het
Hebreeuws mogen verschijnen. Als ze toch in het Duits verschijnen zullen ze worden
aangemerkt als vertalingen. De Duitse taal is er alleen voor de Duitsers.
‘Tegen deze waanzin, die zo absurd
klinkt, dat het bijna grappig is, werd nauwelijks protest aangetekend’, merkt
Volker Weidermann op in zijn Buch der
verbrannten Bücher.
In ieder geval laaide het vuur die
avond hoog op ondanks de regen. Vlammen van tien, twaalf meter hoog. In
daaropvolgende dagen werd de actie uitgebreid naar andere Duitse
universiteitssteden. Ook daar was het enthousiasme van de bevolking groot.
Waren het inderdaad allemaal joodse
auteurs wiens boeken op 10 mei op de brandstapel terechtkwamen? Nee, onder de
paraplu van die zogenaamde ‘schaamteloze lastercampagne door wereldjodendom’
kwam alles terecht wat op de een of andere manier het nieuwe regime niet
welgevallig was. Al eind jaren twintig beklaagde een jonge bibliothecaris uit
Breslau zich over de door het communisme en liberalisme besmette Duitse
bibliotheken. Wolfgang Hermann was zijn naam en hij was de man achter een lijst
met boeken van schrijvers die het ‘meest bedreigend en on-Duits’ waren. Deze eerste lijst werd maatgevend voor de
boekverbranding van 10 mei 1933. Later volgden er nog andere lijsten maar deze
zou steeds als uitgangspunt blijven dienen.
Wie stonden er op die eerste lijst?
Teveel om binnen het kader van dit artikel allemaal te vermelden. Hoewel de
impact die de boekverbranding op het culturele leven had eigenlijk niet beter
geïllustreerd zou kunnen worden door juist de gehele lijst te publiceren.
Van sommige auteurs, zoals Heinrich
en Klaus Mann, werd het hele oeuvre verboden. Van anderen alleen bepaalde
publicaties. Van de nu vergeten Bertha
von Suttner stond alleen haar roman Die
Waffen Nieder op de lijst. Van Alfred
Döblin was dan weer alles verboden behalve Wallenstein,
zijn roman over Ferdinand II. Latere
lijsten waren niet meer zo genuanceerd. Toen werd van verdachte auteurs simpelweg
alles verboden.
De boekverbrandingen betekende voor
de betroffen auteurs ook broodroof. De meesten waren aangewezen op een
Duitstalig lezerspubliek en dit werd hen van de een op de andere dag afgenomen.
Ze leefden vaak in anonimiteit als balling in het buitenland. In veel gevallen
voorgoed vergeten, weggegomd uit de analen van de geschiedenis.
Boekverbrandingen zijn van alle
tijden. De romeinse keizer Hadrianus liet niet alleen boeken verbrandden maar
ook auteurs. Nadat in 1530 de eerste gedrukte exemplaren van de Koran in het
westen opdoken, werden die op last van paus Clemens VII verbrand. In zijn toneelstuk Almansor laat Heinrich Heine naar
aanleiding hiervan het personage Hassan opmerken: "…waar men boeken
verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen". Dat deze dichter een
vooruitziende blik bezat, was al langer bekend. Uiteindelijk belanden zijn
boeken bijna vijfenzeventig jaar na zijn tragische dood ook op een van de
lijsten van verboden boeken die de nazi’s hadden opgesteld.
Nog niet eens zo lang geleden, in
de late jaren tachtig van de vorige eeuw, verbrandden woedende moslims Salman
Rushdies roman De duivelsverzen. En
in 2011 stak de Amerikaanse predikant Wayne Sapp tijdens een speciale
terechtstelling een Koran aan, die eerst een uur in kerosine had gelegen.
De geschiedenis laat zien dat
boekverbrandingen steeds een zuiverend ritueel zijn geweest. Ze komen voort uit
de behoefte om een cultuur of maatschappij te zuiveren van vreemde invloeden
van buitenaf. De nazi’s verbrandden boeken van joodse auteurs en auteurs die
verdacht werden van kosmopolitisme, die dus on-Duits dachten. De Vlaamse
graficus Frans Masereel was overigens een van hen.
In de Duitse bibliotheken viel na
1933 niet veel meer te beleven. De boeken waren vernietigd, de schrijvers
onzichtbaar geworden. De Duitse cultuur was beroofd van zijn kloppende hart.
Wat overbleef was vooral folklore.
Aanbevolen literatuur:
Jürgen
Serke: Die verbrannten Dichter, Erweiterte Neuausgabe
Uitgever:
Beltz und Gelberg, Weinheim 1992
Alleen
nog antiquarisch verkrijgbaar
Volker
Weidermann: Das Buch der verbrannten Bücher
Uitgever:
Kiepenheuer & Witsch, Köln, 2008
256
pag. 19,50 euro
Voor
de complete lijst van verbrande boeken zie onderstaande links:
http://www.berlin.de/rubrik/hauptstadt/verbannte_buecher
http://www.verbrannte-buecher.de
Deze tekst verscheen op vrijdag 10 mei in aangepaste vorm in de boekenbijlage van De Standaard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten