05-01-2016

Het boek Ik


Een jaar of zestien, zeventien was ik toen ik het voor het eerst las: Het boek Ik van Bert Schierbeek. Het was uitgegeven in de reeks Darboeken van de Bezige Bij. Op de voorzijde een lachende Bert Schierbeek en op het achterplat een advertentie van Balafre, een herenluchtje van Lancôme. Balafre typeert de man, imponeert de vrouw. Dat soort dingen waren opzienbarend in 1969. Nu ondenkbaar: een advertentie voor een commercieel product op het achterplat van een experimentele roman.  Onlangs heb ik het voor 2 € antiquarisch weer kunnen kopen. Precies dezelfde uitgave als toen. Ik moet het destijds helemaal hebben gelezen. Dat bleek toen ik er in begon te bladeren. Het maakte niet uit waar ik het opensloeg, overal herkende ik zinnen of delen van zinnen. '..., want de tijden waren vol geworden en de enkele goden die nog restten bouwden hun onderkomens in kelders. het grote splijten is begonnen en de splitsomachie zet zich in ons voort en reeds jaren zijn de beddingen te nauw...'  Reve noemde het woordkakkerij, maar W.F. Hermans was er wel van onder de indruk. En dat laatste gebeurde niet zo vaak. Misschien is de lectuur van dit boek wel van invloed geweest op De God Denkbaar - Denkbaar de God en Het Evangelie van O. Dapper Dapper. Ik bedoel dat hij door Schierbeeks boek in staat was, durfde,  die twee boeken te schrijven. Het boek Ik liet mij zien dat de mogelijkheden van literatuur als het moet onbegrensd zijn. Het past daarom in het rijtje waarin ook Voer voor Psychologen van Mulisch figureert. Ik denk niet dat ik het nog eens in zijn geheel zal lezen. Af en toe zal ik het openslaan en er even aan ruiken. Er zit overigens nog een etiketje achterop en daarom weet ik dat het boek voor drie gulden vijftig is gekocht bij, geloof het of niet, V & D. 

2 opmerkingen:

Viktor Frölke zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
Amber zei

Ik heb hem ook gelzen toen ik 16 was. En ik heb precies dezelfde ervaring (O doromethea) - ik herkende vrijwel alles. Wel menevertekel!

Ik weet nog dat ik aan mezelf twijfelde bij sommige associaties bij "antiloops" en andere sensuelere neologismen.

Ik heb er laatst wat uit voorgelezen (want sinds ~1988 al in mijn eigen boekenkast, toen ook al tweedehands) aan mijn kind om van hetzelfde effect: Het tonen dat literatuur onbegrensd mag zijn. En het feest van de alomtegenwoordige erudiete verwijzingen. Het belang van kennis van mythologie/basis literatuur bij het "deelnemen" aan literatuur.

Ik merkte dat ik het zoveel beter begreep en heel goed kon accepteren, dit in tegenstelling tot mijn eerste lezing(en). Ik moest een beetje lachen om de puberale versie van mij die niet durfde te lezen wat er óók stond. En waardeerde de poëtische inbreng veel beter.