04-02-2008

FENOMENALE FEMINATEEK


Louis Paul Boon is een van de grootste - zo niet de grootste - schrijvers van de twintigste eeuw. Dat kunnen we overal lezen. Niemand spreekt dat tegen. Niemand durft dat tegen te spreken. Ook CD & V politici doen dat niet zo snel.
In 2004 verscheen bij uitgeverij Meulenhoff/Manteau De Fenomenale Feminateek. Een collectie foto’s van vrouwelijk naakt die Louis Paul Boon bij leven bijeenbracht en categoriseerde. In juni zou de Fenomenale Feminateek in het Antwerps fotomuseum te zien zijn. Verbeter: in het Provinciaal Fotomuseum.

En die tentoonstelling is nu afgelast. Door Ludo Helsen, de gedeputeerde van Cultuur. En waarom?
"Het artistieke gehalte van de collectie is te laag. Vaak zijn de foto's maar wat krantenknipsels of zo. Ik heb thuis nog een verzameling plaatjes van sjotters en wielrenners en die toon ik ook niet in het Fotomuseum," zegt het orakel van Laakdal.
Nou is niemand geïnteresseerd in Helsens collectie kranteknipsels van sjotters en wielrenners. Maar dit terzijde. Verbazingwekkend is dat Helsen hier een oordeel geeft over de artistieke waarde van een tentoonstelling. Dat is nu precies wat een bestuurder niet moet doen, niet mag doen! Nu heeft hij formeel het gelijk aan zijn zijde als hij beweerd dat hij het recht heeft zijn veto uit te spreken. Ja, formeel. Maar het is een ongeschreven wet dat curatoren en museumdirecties zich daarover uitspreken. Dat zijn meestal mensen die er voor gestudeerd hebben, die een op ervaring en kennis gebaseerde visie hebben. Een gedeputeerde moet zich bezig houden met het goedkeuren van een overkoepelend beleidsplan van een culturele instelling. Natuurlijk zijn dat ongeschreven wetten. Maar ook bewindslieden die ongeschreven wetten met voeten treden minachten de democratische beginselen.
Helsen is ook verwonderd over de term 'annulatie'. 'Oei, ik wist niet dat de tentoonstelling al was aangekondigd. Het is natuurlijk jammer dat dit gebeurt voor de bevoegde overheid haar goedkeuring heeft gegeven aan de programma's van de provinciale musea.”
Wat moeten we hier van denken? Heeft hij er eerst overheen gelezen? Is hij pas later door iemand anders op de eventuele bezwaren tegen deze tentoonstelling gewezen? Is er sprake van een politiek ruilhandeltje? Er zijn geruchten dat de bezwaren uit de hoek van Vlaams Belang komen. Daarover heeft niemand zich nog durven uitspreken. Dat is jammer, maar begrijpelijk want zoiets vraagt moed.
'Ik had zelfs groen licht gegeven op voorwaarde dat ik betrokken zou worden bij de opbouw van de expositie. Want u weet ook dat Boon soms in een bepaalde richting ging die vandaag wenkbrauwen zou doen fronsen.” Wat moeten we daar van denken, wat suggereert Helsen hiermee? Dit lijkt bijna op karaktermoord. Dertig jaar na het overlijden van Boon! 
En wat bedoelt hij met betrokken? Bepalen hoe hoog de foto’s komen te hangen? De kleur van de kaders bepalen? Welke schuimwijn er bij de vernissage wordt geschonken?

Ik denk aan wat Gerard Reve in een interview met Vrij Nederland uit 1996 over Boon zei. Reve - weet u nog? - werd in 2001 de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend. Hij mocht hem echter niet uit handen van de koning mocht ontvangen. Zijn vriend werd op dat moment verdacht van pedofiele praktijken. Let wel: verdacht. Nog niet veroordeeld! Toch was dat voldoende voor de minister van cultuur om tot deze beslissing te komen.
Genoeg. Ik laat Reve aan het woord over Boon: “Een kleine kromgewerkte man. Ontzettend geil, maar niet onkuis. Er kwam een meisje in zo'n wit rokje van De Bijenkorf wat eten brengen. Boon maakte haar de complimenten en zei met van die gloeiende ogen heel eerlijk wat hij van haar vond en van haar begeerlijkheid. En dat meisje bloosde en was verlegen, maar ze was niet gekwetst of beledigd. Hij zei alles wat hij van haar wilde als het zou kunnen, en er was geen onkuis woord. Dat was iets heel zuivers in die man. Boon zag seksualiteit als een noodlot, niet als iets smerigs.”
Dat zijn gedachten van iemand die weet waarover hij het heeft. Zoiets zul je niet snel uit de mond van een politicus horen. Moeten ze ook niet proberen. Daar zijn andere mensen voor: kunstenaars, schrijvers, curatoren... Ieder zijn vak.
Politici zijn bange mensen. Maar waar zijn ze toch zo bang voor? Wanneer staat er eens eentje op die laat zien over de nodige moed te beschikken?

Geen opmerkingen: